Het blijft één van de merkwaardigste vragen uit de
klassiek-griekse architectuur:
hoe kan het dat de ongelooflijk
inventieve en perfectionistische architecten geen bevredigende oplossing
konden bedenken voor de hoekkapitelen van de
Ionische orde?
De
Dorische orde
had
ronde kapitelen
met een vierkante
abacus.
Een perfecte hoekoplossing.
Daarna werd het sierlijke
Ionische kapiteel
ontwikkeld, waarbij over een ronde
grondvorm een kussen gelegd werd, dat rechts en links zo fraai opgerold was,
dat je aan de voorkant twee krullende
voluten
zag. Ook aan de zijkant gaf
het daar ingesnoerde kussen een bevredigend beeld. Maar ja, op de hoek
ontstond er een probleem wanneer de zijkanten van het gebouw ook een rij
zuilen
had. Het hoekkapiteel moest naar twee kanten een voorkant laten zien.
Een enkele keer is dit opgelost door vals te spelen:
alleen de uitstekende hoek kreeg een voluut die overhoeks uitstak en rechts en
links ervan kwam een 'voorkant'. Bij de naar binnen gekeerde hoek,
die minder in het oog liep, werd de situatie nog minder gelukkig opgelost: met een
ingeklapte voluut.
Alleen door de essentie van de voluut te verloochenen kon de situatie gered
worden. De oorsprong van de voluut als zijkant van een opgerold kussen werd ontkend en zo
kon het kapiteel vier
overhoekse voluten
krijgen. Slechts weinig
Ionische kapitelen tonen deze oplossing. De nieuwe vondst voldeed zo goed dat
de overhoekse voluut kenmerkend werd voor het rijkere
Corinthische kapiteel.
Toch is het Ionisch kapiteel met overhoekse voluten zowel in de 5e eeuw vóór ionze jaartelling
als nog in de 3e eeuw na Christus te vinden, het werd dus niet gezien als halfslachtig.
Tekst: Jean Penders (02-2009). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders